Herdenking razzia’s Hollandscheveld 23 november 2019

75 jaar geleden, op 22 november 1944, begonnen de razzia’s, waar Hollandscheveld zwaar onder heeft geleden. Eigenlijk begon het verhaal al eerder. De Slag om Arnhem liep niet goed af. In plaats van voor de kerstdagen weer thuis zijn, lagen de geallieerde troepen maandenlang achter de grote rivieren.

De Duitse troepen concentreerden zich in diverse steden. In de gemeente Hoogeveen organiseerden ze een opleiding voor politieke SS’ers, die verplicht dienst moesten doen bij de Landstorm. Daarom werd in oktober 1944 de openbare lagere school naast de Hervormde kerk gevorderd. De pastorie werd het hoofdkwartier van enkele Nederlandse SS’ers, die de soldaten in de school moesten vormen. Omdat de wachtposten enkele malen werden beschoten, werd besloten tot het voorbereiden van razzia’s. Er zijn meer dan 200 namenbekend van mensen die zwaar werden mishandeld, waarvan ook personen de dood vonden nadat ze werden doorgestuurd naar kampen, en de trauma’s van directe slachtoffers en hunfamilie hebben nog tientallen jaren doorgewerkt. Daar werd op 23 november 2019 bij stilgestaan.Vanuit de SLGD werden diverse organisaties benaderd, om tot een zo dorpsbreed mogelijke samenwerking te kunnen komen. Er werd positief op gereageerd door Door Vriendschap Verbonden, Plat op Pad en de Verhalenwerf en de gemeente Hoogeveen. Het werd een drievoudig programma. In het Jeugdcentrum werden twee Verhalentafels gehouden, onder leiding van Serge Vinkevleugel, en als concept van de Verhalenwerf van de Bibliotheek Hoogeveen. Aan tafel zaten twee nazaten van de familie Vlietstra (van het boek ‘Het huus op de wieke’), Gerwin Streutker (zoon van Alie Lichtendonk, ooit bevriend met een Duitse deserteur die werd vermoord door de locale SD), Lute Vlietstra (zijn vader Albert was zwaar mishandeld en werd als slaaf gebruikt bij de SS), Koos Stukje (grootvader Geert Stukje werd verdacht partizaan te zijn en kwam om in de oorlog), Menachem Philipson (via een videoverbinding met Israël, als baby onderduiker bij Meester Wiegman) en Albert Metselaar (zijn vader was o.a. koerier en zou geëxecuteerd worden) die volop onderzoek heeft gedaan naar de oorlog in Hollandscheveld en omstreken. Het werden emotionele gesprekken, waarbij de oorlog dreigend dichtbij leek. In het dorp was een route uitgewerkt, waaraan acteurs van de plaatselijke toneelverenigingen figuren neerzetten uit de oorlog. Samen gaven ze een mooi beeld van wat er toen speelde. Dat dit ook nog in het donker gebeurde, bracht meer sfeer en dreiging in het geheel. In de kerk werd de film van Johannes Post gedraaid en herhaald. Het bracht flink wat mensen op de been. Honderden deden de wandeling, keken naar de film en/of bezochten de Verhalentafel. Dit was even iets anders dan herdenken met een krans en toespraken. Ook dat is goed. Maar samen met dit concept wordt ook in leven gehouden wat er toentertijd feitelijk gebeurde. We willen het niet vergeten, omdat het niet vergeten mag worden, maar we vergeten het vanzelf, als de inhoud niet wordt doorverteld.